JURIDISCHE BEGRIPPEN

 
 

Bij onze diensten en werkzaamheden als incassobureau en gerechtsdeurwaarder komen nogal wat juridische begrippen voor. Sommige zullen u bekend klinken, andere hebben uitleg nodig. Op deze pagina leest uw wat de meest voorkomende juridische begrippen zijn bij ambtelijke werkzaamheden, incasso en debiteurenbeheer.

Akte

Ondertekend geschrift dat als bewijs kan dienen.

Ambtshandeling

Het uitvoeren van een bij of krachtens de wet aan de gerechtsdeurwaarder opgedragen taak. Bijvoorbeeld het dagvaarden van personen voor de rechter of het leggen van beslagen.

Btag

Besluit tarieven ambtshandelingen gerechtsdeurwaarders.

Beschikking

Een rechterlijke eindbeslissing in een verzoekschriftprocedure.

Beslag

Na het leggen van beslag kan degene op wiens goederen beslag is gelegd hier niet meer vrij over beschikken. Beslag kan worden gelegd op vorderingen en op zaken. Bijvoorbeeld op loon, inboedel, een auto of andere vermogensbestanddelen, zoals bankbeslag.

Betekening

Uitreiking of het achterlaten op het adres van geadresseerde van gerechtelijke stukken door een deurwaarder, zoals een dagvaarding, een oproeping of een vonnis.

Beslagvrije voet

Bedrag dat, na een beslag op periodieke inkomsten, minimaal aan de beslagene moet worden uitgekeerd.

Bewindvoerder

Een bewindvoerder bij een bewind behartigt iemands financiële belangen op moment dat de rechter een bewind heeft bevolen. Er is ook een bewindvoerder bij een wsnp en bij surseance van betaling.

Boedel

Het gehele bezit van een persoon: al zijn geld, goederen en schulden.

Comparitie van partijen

Een mondelinge zitting waarbij beide partijen aanwezig moeten zijn. Het doel van deze zitting is om inlichtingen te geven.

Conservatoir beslag

Een beslag wat kan worden gelegd voordat er een gerechtelijke procedure is gevoerd. Het beslag kan alleen worden gelegd uit kracht van een verlof van de voorzieningenrechter. Het beslag heeft een bewarende functie, om te voorkomen dat de schuldeiser wordt benadeeld.

Crediteur

De schuldeiser

Curator

Persoon die de rechtbank aanwijst om op te treden namens iemand die handelingsonbekwaam is of onder curatele is gesteld.

Dagvaarding

Een officiële, schriftelijke oproep om voor een gerecht te verschijnen.

Debiteur

De schuldenaar

Derdebeslagene

Een derde waaronder beslag is gelegd door de gerechtsdeurwaarder. Bijvoorbeeld een werkgever of een bank.

Eiser

Degene die een civiele procedure begint en een eis instelt bij de rechter.

Executant

Schuldeiser in de executie fase.

Executoriale titel

Het originele stuk dat een deurwaarder nodig heeft om tot executie te kunnen overgaan.

Executie

Tenuitvoerlegging van een vonnis, arrest, beschikking of een notariële akte door middel van beslag op diverse vermogensbestanddelen van de schuldenaar.

Executiegeschil

Een gerechtelijke procedure waarin wordt gevorderd de executant te verbieden om een titel ten uitvoer te leggen.

Executieveiling

Verkoop bij opbod door de gerechtsdeurwaarder van de in beslag genomen roerende zaken of door de notaris van de onroerende zaken.

Exploot

Het stuk dat door een gerechtsdeurwaarder is opgemaakt van een door deze verrichte ambtshandeling. Bijvoorbeeld het officieel overhandigen van een gerechtelijk stuk, zoals een dagvaarding of een vonnis.

Faillissement

De toestand waarin schulden niet meer betaald kunnen worden. 

Gedaagde

Degene tegen wie een eis of vordering wordt gericht. Tegenpartij van de eiser.

Gemachtigde

Procesvertegenwoordiger

Geëxecuteerde

Schuldenaar (debiteur) in de executie fase (fase van de tenuitvoerlegging).

Gerecht

Rechtsprekende instantie. Bijvoorbeeld: rechtbank, gerechtshof, hoge raad.

Gerechtelijke procedure

Een procedure die door de eisende partij wordt opgestart om het oordeel van een rechter te verkrijgen.

Gerechtsdeurwaarder

Een openbaar ambtenaar en zelfstandig ondernemer, die bevoegd is tot het verrichten van ambtshandelingen. Voorbeelden zijn het uitbrengen van dagvaardingen, het betekenen van vonnissen en het ten uitvoer leggen van gerechtelijke vonnissen.

Griffie

Administratieve afdeling van een gerecht.

Griffierecht

Bedrag dat aan een gerecht moet worden betaald als men een civiele of bestuursrechtszaak start.

Grosse

De grosse is het originele exemplaar waarop vermeld moet staan: in naam van de koning.

Incassokosten

Ook wel buitengerechtelijke kosten genoemd. Kosten die gemoeid zijn met het incasseren van een vordering in de minnelijke fase. Deze kosten worden gevorderd op grond van de wet incassokosten en het besluit buitengerechtelijke incassokosten.

Incassowerkzaamheden

Werkzaamheden om betaling te verkrijgen van een niet betaalde vordering.

In gebreke stellen

Is de schriftelijke mededeling van de schuldeiser waarbij de schuldenaar wordt aangemaand om de overeengekomen prestatie te verrichten, waarbij tevens een redelijke termijn wordt gegeven om alsnog die prestatie te verrichten. Presteert de schuldenaar niet binnen die termijn? Dan is hij in verzuim.

In persoon betekenen

Het aan de betrokkene zelf afgeven van een officieel stuk door de gerechtsdeurwaarder.

Kosteloze sommatie

De sommatie waarin wordt voldaan aan de eisen gesteld in de wet incassokosten (wik), waarin de debiteur een laatste kans krijgt om de vordering binnen 14 dagen kosteloos te betalen.

Kort geding

Procedure om in een spoedeisende zaak snel een (voorlopige) beslissing van de rechtbank te krijgen.

Minnelijke incasso

Incasso zonder tussenkomst van de rechter.

Nasalaris

Kosten die de veroordeelde moet betalen voor onder meer het bestuderen en het verwerken van het vonnis.

Onroerende zaken

De grond en de gebouwen alsmede de daarmee aard- en nagelvast verbonden zaken.

Ontruiming

Bij een gerechtelijke ontruiming wordt de onroerende zaak, bijvoorbeeld een woning, leeggehaald en wordt er gezorgd dat de veroordeelde persoon geen toegang meer heeft tot de onroerende zaak.

Proceskosten

De kosten die moeten worden gemaakt voor een juridische procedure, zoals dagvaardingskosten, griffierechten en salaris van de gemachtigden.

Proces-verbaal

Het door een daartoe bevoegde openbaar ambtenaar opgesteld stuk waarin onder meer zijn handelen en/of waarnemingen zijn opgenomen en welke akte onder meer geldt als bewijs wanneer er later onenigheid bestaat over de desbetreffende feiten/omstandigheden.

Relatieve competentie

Geeft aan in welke plaats in Nederland een procedure gestart moet worden.

Roerende zaken

Zaken die niet aard- en nagelvast verbonden zijn met de grond en/of de gebouwen.

Salaris gemachtigde

Forfaitair bedrag dat door de rechter in een kantonzaak aan een partij kan worden toegekend ter dekking van de kosten voor het inschakelen van een professionele gemachtigde.

Schikking

Tussentijdse overeenkomst tussen partijen waarmee het conflict is opgelost, voordat de rechter een uitspraak heeft gedaan.

Schuldeiser

Degene die iets van een ander (de schuldenaar) te vorderen heeft.

Schuldenaar

Degene die iets aan een ander (de schuldeiser) verschuldigd is.

Verschotten

Kosten van een derde die door een gerechtsdeurwaarder is ingeschakeld omdat de betreffende ambtshandeling anders niet door de gerechtsdeurwaarder kon worden verricht.

Vonnis

Een beslissing van de rechter.

Voorlopige voorziening

Een voorlopige beslissing in spoedeisende zaken als voorschot op de eindbeslissing of als tijdelijke regeling tot de eindbeslissing er is. 

Verstek

Het niet verschijnen van de gedaagde partij in een gerechtelijke procedure.

Verzet

Bezwaar tegen een uitspraak dat iemand kan indienen die bij verstek (afwezigheid) veroordeeld is.

Wsnp

Wet schuldsanering natuurlijke personen. De wet regelt de gerechtelijke schuldsanering.

HEEFT U VRAGEN OF WILT U MEER INFO?